Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

Welke betekenis geven aan de grenzen van leven en dood?

1 juli 2018

 

In het blad La Croix van 18 juni denkt Alain Mattheeuws na over de draagwijdte van de nieuwe wetgevende initiatieven rond het probleem van abortus.

 

Na de talrijke debatten over de abortuswet, getekend door het sterke maatschappelijk gebaar van de tijdelijke abdicatie van koning Boudewijn (3 april 1990) en de eenvoudige en eerbiedige uitleg voor allen van zijn gewetensbezwaar, tevens van het soeverein recht van zijn volk, heeft België deze wet in toepassing gebracht in de “democratische” zin van het woord. Aanwezig in het strafwetboek als een symbolische herinnering aan de gekwetste onschuld, zonder straftoepassingen voor de moeders, zou deze wettelijke bepaling thans, om het statuut van de vrouw te eerbiedigen, volgens de meerderheid van de Belgische politieke partijen, uit het wetboek moeten gehaald worden. De Belgische politieke omgeving is andermaal in een conflictsituatie geraakt omtrent het respect voor het kind.

Maar hoe met goede wil nadenken om zowel het kind als zijn moeder te eerbiedigen? Hoe de weerslag van een wet en van de feiten niet ontkennen: meer dan 22.000 abortussen per jaar? Hoe niet blind zijn voor het geweld en de doodsneiging die in zulke context in alle gebieden van het maatschappelijk leven weerklinken? Aldus is de draagwijdte van dit schrijven dat zich naast andere in het actueel debat mengt. De auteur toont duidelijk het verband aan tussen de grenzen van een natie tegenover het buitenland (migratie) en de grenzen in haar eigen schoot. De grenzen kunnen ook bestaan binnen een natie door het verwerpen van sommige leden in rechte. Het verwerpen van het anders-zijn van de migranten is de parabool van het verwerpen van de kleinsten in een natie.

Wat nog pas in Ierland gebeurde, stemt tot diep nadenken: is het massale stemmen voor het recht op abortus slechts een revanche op het katholiek verleden van dit land, of is het een stem die een wanhoop uitdrukt tegenover het leven? Blindheid voor de hernieuwing van een generatie? Voor een volk waarvan de migranten in de nieuwe Wereld zijn uitgezwermd en er nieuw leven hebben gegeven, is dit een historische voortzetting of een breuk in haar identiteit?

Kunnen wij, zonder jurist te zijn of expert, spreken met het hart of met een beetje gezond verstand over het burgerlijk effect van abortus? Wat betekent voor ieder burger de hypothese om abortus uit het strafwetboek te halen? Eenvoudigweg dat een nieuwe wet voor ieder van ons de problemen van leven en dood van buiten uit zou kunnen oplossen. Abortus volledig straffeloos stellen is het wettigen van het doden van een levend wezen, is het recht een levend wezen te vernietigen, te doden in een democratische maatschappij, zonder proces, zonder vonnis, op een aseptische manier.

Is integendeel het Recht niet wat het gemeenschappelijk goed opbouwt, het beschermt, het versterkt, dat recht spreekt in een maatschappij die een “gemeenschappelijk huis” wil zijn, zoals paus Franciscus het zou zeggen? Wanneer de Staat zijn buitengrenzen vastlegt of verdedigt (migranten), mag dat niet zijn uit egoïsme of economische bezorgdheid, maar wel om een gemeenschappelijk goed en de waarden te omlijnen die het “welzijn” van een maatschappij uitmaken. Maar wanneer een interne wet in de harten en in de cultuur invoert dat het leven van een kind in de moederschoot niets waard is, dan trekt deze wet een grens voor hen die mogen leven in zijn schoot of niet: zij opent een bres voor intern geweld en op lange duur voor de dood van de Staat. De grens tussen leven en dood is een grondwaarde, fundamenteel, die andere waarden laat leven. Wanneer de kleine en de arme niet meer door de wet worden beschermd, verwelkt de Staat en werkt hij een nieuwe “wet van de jungle” in de hand waarin de sterkste altijd gelijk heeft en waar de meest gekwetste zich altijd recht kan verschaffen of zich wreken. Indien die grens niet beschermd is, hoe kunnen we dan samen leven bij het aanpakken van de drama’s van het menselijk leven? Een burgerlijke wet is niet altijd of niet automatisch ethisch verantwoord.

Niemand geeft met een glimlach toe dat abortus een banale daad is. Het schuldgevoel van de abortusdaad is zwaar om te dragen voor allen: vrouwen, dokters, psychologen, allerlei instellingen… Er bestaat een dodelijk schuldgevoel waarvoor we ons moeten hoeden, want het verwekt snel en met zekerheid geweld! Maar het ware schuldgevoel, zwaar om te dragen op lang termijn, is ook het diepe gevoel van mannen en vrouwen, die zich dikwijls zoveel als verplicht hebben gevoeld over te gaan tot de abortusdaad, maar die verlangen het beter te doen of zich vergeving te laten schenken. Indien iedere pedagogische verwijzing naar de wet verdwijnt, indien de nieuwe wet de gewetens verdooft, en het omgekeerde zegt van wat een gevoelvol geweten in zich ziet ontstaan, dan zal er in de maatschappij nog slechts een blijvend ziekelijk schuldgevoel overblijven, dicht als een winternevel die spoken omsluit die slechts overlevenden zullen zijn.

Het lijden en de verantwoordelijkheid van hen die nauw bij abortus betrokken zijn, kan maar worden “onderdrukt” door de ontkenning van wat de basis is van een samenleving: de in een Grondwet geschreven wens ieder menselijk wezen te ontvangen voor wat het is, vanaf het eerste ogenblik van zijn verschijnen. De wet is niet eerst dwingend: ze is een symbool van een waarde. Welke is de wet die ons zou toelaten het leven lief te hebben en het menselijk wezen te eerbiedigen in zijn onbetwistbare waarde? Zelfs al is het zwak, ziek, stervend, gehandicapt, blijft het niet, zoals E. Levinas het dikwijls zegde, een “gelaat” dat op onze verantwoordelijkheid beroep doet? Wanneer de burgerlijke wetten ons helemaal niet meer zeggen wat wij in de grond zijn, hoe kunnen ze dan “ethisch” zijn, en erkend worden als een licht door wat het heiligdom van ieder menselijk wezen is: zijn geweten? Zijn weten tegelijkertijd uniek te zijn in de wereld en broederlijk afhankelijk van andere menselijke wezens?

Alain Mattheeuws is priester sedert 1985, jezuïet. Hij is Master in de moraaltheologie van de Gregoriaanse Universiteit. Doctor in de theologie van het Institut Catholique van Toulouse. Hij onderwijst de seksuele moraal en de Sacramentaire Theologie aan het IET, Faculteit Théologie van de Sociëteit van Jezus te Brussel. Gastprofessor aan de Faculté Notre-Dame de Paris. Levenslang Correspondent-Lid van de Pontificale Academie. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Walter Van Goethem.