Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen
person standing on hill

De Kerk in alle staten

1 maart 2023

Mgr. Léonard, die zijn pensioen in Frankrijk doorbrengt, heeft net een nieuw boek gepubliceerd: L’Eglise dans tous ses états. Cinquante ans de débats autour de la foi (De Kerk in alle staten. Vijftig jaar debatten rond het geloof), Artège, Perpignan-Paris 2023. De vroegere bisschop van Namen en gewezen aartsbisschop van Mechelen-Brussel beschrijft daarin in grote lijnen zijn eigen leven, als priester, professor en bisschop, met daarin vervlochten de recente geschiedenis van de Kerk vanaf het Concilie tot nu. We brengen hier enkele uittreksels uit de conclusies van het boek.

In alle periodes van de geschiedenis, was de mensheid meermaals van mening dat ze bijzonder onrustige tijden beleefde. We moeten dus niet te gauw oordelen dat onze tijd uitzonderlijk dramatisch is. Niettemin is het misschien toch niet zonder reden dat wij geneigd zijn te denken dat de urgentie van de huidige tijd bijzonder ernstig is.

De moeilijkheden van de tegenwoordige tijd

Nog nooit tevoren is de planeet Aarde zo misbruikt door de mens. We hebben er echter maar één, die we in goede toestand aan de volgende generatie moeten doorgeven. Nooit tevoren werden de bronnen van het menselijk leven zelf zozeer bedreigd als nu door contraceptie, veelvoorkomende sterilisatie, hetzij vrijwillig of gedwongen, door het alledaags maken van abortus. Zelfs de kunst om voor het menselijk leven te zorgen en, indien mogelijk, te genezen wanneer het afneemt of gewond is, is in sommige streken in de wereld ook de kunst van het geheel straffeloos uit de weg ruimen geworden.

Nooit eerder werd, althans in het Westen, het gezin, de kern van de samenleving, in die mate juridisch en cultureel ondermijnd door onverantwoordelijke wetgevingen, die echtscheiding mogelijk maken in een handomdraai en die verbintenissen die in geen enkel geval die naam kunnen waard zijn gelijk stellen met het huwelijk. (…)

Ondertussen laten miljoenen mannen en vrouwen, in het bijzonder jongeren, zich tot slaaf maken van alcohol, drugs en pornografie, drie schandalig bloeiende markten, die vakkundig georganiseerd worden door handelaren in illusies. (…)

Zelfs de zoektocht naar spiritualiteit, op zich lofwaardig, verdwaalt al te vaak in wazige mystieken, die geen andere ambitie hebben dan de persoonlijke pracht van de menselijke ziel op te lossen in een goddelijke neveligheid (…)

Zelfs de christelijke kerken in het Westen hebben hun ziel verloren. Het zout is smakeloos geworden en men ziet niet meer hoe men het zijn smaak terug zou kunnen geven. Men heeft zoveel deuren en vensters opengezet, uit zorg voor een openheid die op zich achtenswaardig is, maar zonder echte onderscheiding, dat het parfum van het Evangelie eenvoudigweg vervluchtigd is. De heilige Traditie van de Apostelen van Jezus is verkwist ten bate van ideologieën zonder toekomst. In veel landen (gelukkig zijn er uitzonderingen!) is de liturgie afgevlakt zodat tal van bijeenkomsten, volgens belachelijke fantasieën van clerici of leken, zichzelf vieren en hun eigen middelmatigheid ritualiseren in plaats van de glorie van God en van de verrezen Christus. Volgens de vreselijke woorden van Jezus werden de parels voor de zwijnen gegooid (vgl. Mt 7, 6) en misleide christenen vertrappen zonder het te weten de schatten waarvoor de martelaren hun bloed vergoten hebben.

Wat de katholieke school betreft, deze heeft het heel vaak moeilijk om zich op te werken tot het niveau van haar zo essentiële zending, namelijk de harten respectvol te openen voor het geloof. De school moet een belangrijke rol spelen. En dan moeten deze scholen nog echt katholiek zijn. Spijtig genoeg werd ik vaak teleurgesteld wanneer ik de directie van een katholieke school vroeg waarin haar specifieke identiteit bestond. Ik kreeg dan, zoals in de universiteiten, klinieken of christelijke vakbonden, antwoorden verwijzend naar “evangelische waarden”. Maar wanneer ik vroeg deze op te noemen, waren het bijna identiek de waarden van de Verlichting of van de vrijmetselarij. Terwijl een katholieke school, in nauwe verbinding met de christelijke jeugdbewegingen, een school moet zijn waar Christus aanwezig is, waar het godsdienstonderricht adequaat is, waar een plaats voor gebed aangeboden wordt om Christus die aanwezig is in de eucharistie te ontmoeten. Men zit er vaak ver naast. Om de klassen te vergroten heeft men vaak de kapel afgebroken! Dat alles ten gunste van een onbepaalde, vage, smakeloze christelijke identiteit. Wanneer een katholieke school daarentegen naar Christus is gekeerd — en dat bestaat! —, wanneer ze de leerlingen de kans geeft de persoon van Jezus te ontdekken, is zij een schat. Daar kan de gastvrijheid tegenover jongeren die een andere godsdienst aanhangen dan vruchtbaar zijn. Maar vandaag is de educatieve moed zeldzaam…

De christelijke hoop

En toch, waar ons honderd redenen om te wanhopen overvallen, vinden wij bij de verrezen Jezus duizend redenen om meer dan ooit te hopen. Hij die alle hardheid van het menselijk bestaan gedragen heeft, die al onze moeilijke situaties heeft doorgemaakt, tot zelfs de dood; door zijn gezegende verrijzenis roept Hij ons toe: “Vrees niet! Ik ben de Eerste en de Laatste. Ik ben de Levende; Ik was dood, doch zie, Ik leef in de eeuwen der eeuwen. En Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk” (Openb. 1, 17-18). O wonderlijk werkwoord “sterven” dat enkel Jezus kan vervoegen in de eerste persoon in de verleden tijd: “ik stierf” of “ik was dood”! Ja, Hij kent onze beproevingen en Hij fluistert ons hart toe: “In de wereld hebt ge verdrukking te lijden; maar schept moed: Ik heb de wereld overwonnen (Joh. 16, 33). En voordat Hij ons verliet, op de dag van de Hemelvaart, maar zonder ons als wezen achter te laten, verzekerde Hij ons: “Ziet, Ik blijf altijd bij u tot aan het einde van de wereld” (Mt 28, 20).

Zou Jezus nu de mensheid aan haar lot overlaten? Nooit van zijn leven! Hij die tijdens zijn leven op aarde zoveel zieken genezen heeft en zoveel zondaars weer verzoend heeft, Hij die herhaaldelijk bevestigd heeft dat ieder gebed dat met volharding en in geloof gedaan wordt, tenslotte verhoord zou worden, zou Hij onze smeekbeden voor de genezing van de mensheid en de zuivering van zijn Kerk niet horen? Vast en zeker hoort Hij ze en wil Hij ze beantwoorden. Wij roepen niet tot Hem om zijn meeleven te wekken voor onze ontreddering. Zijn doorboord hart is oneindig meer kwetsbaar dan het onze! Wij bidden niet om Hem onze ellende te doen kennen. Hij kent ze beter dan wij en heeft ze voor ons gedragen in zijn ontreddering bij de doodsangst en op het kruis, verlaten door de mensen en zelfs, schijnbaar, door God zijn Vader (vgl. Mt 27, 46). En indien Hij ons vraagt om lang en volhardend te bidden, is dat niet omdat Hij in de loop van de eeuwen doof geworden is. Het is omdat wij, arme ongelovigen, tijd, veel tijd nodig hebben om tenslotte in de almacht van het gebed te geloven. “Maar zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden? (Lk. 18, 8). De christelijke hoop zal het laatste woord hebben. Dat is het grote getuigenis dat de Kerk aan de mensen moet verkondigen.

En als Maria eeuwenlang zo vaak en op zoveel plaatsen aan de mensheid verschijnt, en met zoveel volharding tot ons spreekt, met zo’n moederlijke koppigheid, dan is het niet omdat zij zich daarboven verveelt of babbelziek geworden is hier beneden omdat ze in de hemel zonder werk zit, maar omdat ze zich ten volle inzet in de strijd van haar Zoon en van de Kerk tegen de Draak (vgl. Openb. 12) en ons met kracht wil meeslepen in haar onmetelijke voorspraak voor het heil van de wereld. (…)

Oproep tot heiligheid

Daarom dring ik er in mijn predicatie vaak op aan dat de katholieken, wanneer ze de geloofsbelijdenis belijden, niet beschaamd zouden zijn hun vertrouwen uit te spreken in “de heilige katholieke Kerk”. Want sinds mensenheugenis bestaat de Kerk uit zondaars, vermits wij er deel van uitmaken, wat niet wegneemt dat ze heilig is. Aan het hoofd van de Kerk staat Jezus, de Heilige van God, haar ziel is de Heilige Geest, haar hart is de allerheiligste Maagd Maria, haar licht op de weg van de geschiedenis is de Heilige Schrift en de heilige Apostolische Overlevering en vanuit de zondaars die wij zijn, is zij erin geslaagd met Gods genade, heiligen voort te brengen die wij kennen en vereren en nog veel anderen!

Maar opdat andere grote aantallen heiligen in deze tijden zouden opstaan, moet de Kerk, de Bruid van Christus, absoluut haar leerstellige betrouwbaarheid en standvastigheid opnieuw vinden nu op zoveel plaatsen het ware geloof rafelig wordt. Wij moeten dus weer aanknopen bij de stoutmoedigheid van de kerkvaders en de kerkleraren, van de heilige Ireneus tot de heilige Theresia van het Kind Jezus, om trouw te zijn, indien nodig, tot het martelaarschap. Onze grootste nood is niet het hervormen van onze parochiale structuren of het creëren van allerhande commissies, of het organiseren van synodes, zelfs als dit alles wel nuttig en soms zelfs noodzakelijk kan zijn. Wij hebben vooral heilige bisschoppen, heilige priesters en diakens, heilige gewijde personen en heilige leken nodig die door hun enthousiasme allerlei roepingen zullen stimuleren, een bovennatuurlijk vitaliteit zullen teruggeven aan onze liturgische bijeenkomsten en onze pastorale ondernemingen en die van de Kerk opnieuw “een licht voor de wereld” (vgl. Mt 5,14-16) zullen maken. Het heil van de wereld kan enkel “van Boven” komen, door de kracht van de Heilige Geest. Men zegge het voort! Of om het met Jezus’ woorden te zeggen: “Wie oren heeft om te horen, hij hore!” (Mt 11, 15).

De tussenkoppen zijn van de redactie. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Jos en Helene Van Dyck.