Een boekenshop voor katholieke inspiratie Verzending binnen heel BelgiëPapers over actuele onderwerpen

De transsubstantiatie, een centraal dogma van het katholieke geloof

27 november 2019

 

We publiceren een interview met pater Nicolas Buttet, stichter van de Eucharistein broederschap.

 

 

Dit is het hoogtepunt van de eucharistieviering: op het moment van de consecratie worden de gedaanten van brood en wijn het Lichaam en het Bloed van Christus, terwijl ze hun fysieke kenmerken en oorspronkelijk uiterlijk behouden. Deze leer van de transsubstantiatie, — of van de werkelijke tegenwoordigheid — werd door de Kerk verkondigd op het 4e Concilie van Lateranen (1215) en bevestigd op de tweede sessie van het Concilie van Trente in 1551.

Het lijkt er echter op dat dit centrale dogma van het katholieke geloof, bron en hoogtepunt van het christelijke leven, door sommige gelovigen niet als zodanig wordt ervaren. Deze zomer heeft een opiniepeiling van het prestigieuze Pew Research Center, getiteld What American know about religion (wat Amerikanen weten over godsdienst), in dit opzicht nogal verbluffende resultaten opgeleverd: een derde van de katholieken (31%) zegt te geloven in een werkelijke tegenwoordigheid: de rest, 69%, zegt de geconsacreerde brood en wijn te beschouwen als loutere “symbolen”.

Interview met pater Nicolas Buttet

— Slechts een derde van de Amerikaanse katholieken gelooft in de transsubstantiatie, dat wil zeggen in de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie. Wat betekent dit cijfer voor u?

Het maakt me verdrietig, want het gaat toch om de schat van ons geloof, van ons christelijk leven. Jezus koos ervoor om in deze vorm tot het einde der tijden bij ons te blijven. Maar zonder pessimistisch te willen zijn, zijn er mensen die zeggen dat ze niet geloven, en — om de woorden van Johannes Paulus II te gebruiken, die sprak over theoretisch atheïsme en praktisch atheïsme — mensen die leven alsof ze er niet in geloven. Is de Eucharistie werkelijk de bron en het hoogtepunt van het christelijke leven, zoals Vaticanum II het zegt en zoals alle heiligen naar hebben geleefd en getuigen van zijn geweest?

— Gaat het om een probleem van onwetendheid of van trouw aan het katholieke geloof?

Ik denk dat het niet in de eerste plaats een kwestie van kennis is, maar van ervaring. We kunnen de theologie over de Eucharistie en alles wat de heilige Thomas van Aquino hierover heeft geschreven heel goed, op een speculatieve manier, kennen, maar uiteindelijk zullen alleen de heiligen ons kunnen leren wat het is. Daarom zei de heilige Johannes Paulus II aan het einde van zijn encycliek De Kerk leeft van de Eucharistie: “Laten we ons begeven in de school van de heiligen, de grote verkondigers van de ware eucharistische vroomheid”. Ik denk dat er een ernstig tekort is aan getuigenis van het leven van de heiligen en de Eucharistie, want we moeten de Eucharistie leren smaken! Hiervoor moet men mensen zien die ervan leven, zoals de heiligen. Wie Moeder Teresa voor het Heilig Sacrament gezien heeft zoals ik haar ooit zag, wie Johannes Paulus II de Mis zag opdragen, begrijpt dat er iets aan de hand is, en dat geeft er dan plotseling honger en dorst naar.

— Wat gebeurt er op het moment van transsubstantiatie?

Een geweldig mysterie! De heilige Thomas van Aquino noemt minstens negen wonderen die de wetten van de wetenschap trotseren op het moment dat een stuk brood en een beetje wijn God worden. Het belangrijkste is te begrijpen dat, in tegenstelling tot wat Luther zei, er geen brood en Jezus is, maar Jezus, werkelijk, lichamelijk, wezenlijk aanwezig met zijn mensheid en zijn godheid; dat deze Jezus daar is, niet op symbolische wijze, en dat dit lichaam, geboren uit de Maagd Maria, aanwezig is, zoals de liturgie van de Kerk het zingt. Dit was trouwens de kortste preek van de heilige Pastoor van Ars: “Daar is Jezus”, had hij eenvoudigweg gezegd, wijzend op het tabernakel dat dit huis van Christus is in ons midden, deze woning, dit Bethlehem, dit huis van het Brood des Levens. Toen begon hij te huilen en ging zitten, en iedereen huilde achter hem aan. Dus ja, er gebeurt iets ongehoord, dat alleen God kan verwezenlijken. Het is moeilijk om zo laag te gaan als God neerdaalde. Het is al aanstootgevend dat Hij een een kind wordt, gekruisigd worden is onaanvaardbaar…. Maar in ons midden verblijven, onder de gedaante van een inerte materie, dat is waanzin. En God is gek van liefde, en gaat zover.

— En wat is aanbidding?

De essentie van de relatie met God is de vriendschap; de essentie van de verbondenheid met Hem is het hart tot hart gesprek. Teresa van Avila zei het zo: “Het is met Hem door wie ik mij geliefd weet en die ik op mijn beurt zal liefhebben”. De eucharistische aanbidding is een heel bijzondere gelegenheid om deze liefdevolle dialoog met God mee te maken. Hij is daar aanwezig, Hij ziet mij, ik zie hem, ik sta voor Hem, Hij is werkelijk aanwezig onder de gedaante van de kleine hostie. Er ontstaat dus een bijna fysieke intimiteit, omdat Hij lichamelijk aanwezig is. Dit lichamelijke aspect voegt iets heel bijzonders toe aan zijn aanwezigheid in het menselijk hart, temidden van een biddende gemeenschap, in zijn Woord dat wordt verkondigd. Deze lichamelijke aanwezigheid is een verlenging van de mis en van de dankzegging, en tegelijk een voorbereiding op de volgende communie. Benedictus XVI belichtte dit op een buitengewone manier toen hij zei dat, vermits de mens gemaakt was om te aanbidden, de aanbidding als het ware “boven alles verheven” was. Natuurlijk is er eerst een mis nodig om het lichaam van Jezus te kunnen aanbidden, maar vanuit het oogpunt van de volmaaktheid is de aanbidding, die zowel tijdens de mis als tijdens de verlenging ervan wordt beleefd, als het ware het hoogtepunt van het christelijke leven.

— Heeft de Eucharistie altijd die centrale plaats binnen de katholieke Kerk gekregen? Enkele eeuwen geleden raadde ze aan om de communie slechts één keer per jaar te ontvangen en zelfs de aanbidding had niet de aandacht die ze vandaag de dag heeft…

De geliefde kardinaal Newman sprak van een “ontrafeling” van het dogma door de eeuwen heen. Deze schat werd ons vanaf het begin gegeven, op de avond van het Laatste Avondmaal, en het moet een vreselijke schok zijn geweest, toen Jezus op de avond van de Seder, het Pesachmaal, dit bijzondere brood nam, en symbool stond voor de Hogepriester, de bemiddelaar tussen God en de mensen, die verborgen, doorboord en teruggevonden was, om te zeggen: “dit is mijn vlees”, en evenzo toen hij de beker van zegening nam (…) om te zeggen: “dit is mijn bloed”. Na deze ongelooflijke schok was er nog tijd nodig om dit alles te ontrafelen; daarvoor was vooral een betwisting nodig van de werkelijke tegenwoordigheid, in de 11e eeuw met Béranger van Tours om een dubbele reactie in de Kerk uit te lokken, eerst met het Gods volk dat zei “Toon Hem aan ons! We willen hem zien!”. En zo kregen we vanaf de 12e eeuw de aanbidding van het Heilig Sacrament en een ongelooflijke eucharistische vroomheid! Er is geen zin, geen woord van Franciscus van Assisi dat niet gericht is op de Eucharistie. De heilige Lodewijk leeft van de Eucharistie; Thomas van Aquino zal dit alles uiteenzetten, de heilige Bonaventura ook… Deze hele 13e eeuwse heiligheid is volledig eucharistisch.

Daarna vond de leerstellige reactie plaats met het 4e Concilie van Lateranen in 1215, waar het dogma van de transsubstantiatie aangenomen zal worden. Zo kunnen we zeggen dat het “ontrafelen” van het dogma een zeer bijzondere en centrale wending neemt, ook in de architectuur met de gotiek die het tabernakel en de werkelijke aanwezigheid van Christus centraal stelt.

— In de context van vele hedendaagse debatten, waaronder de wijding van viri probati (in het Amazonegebied) en andere, betogen sommigen dat de Kerk zich niet zou moeten vastbijten en de Eucharistie centraal stellen. Zij zeggen dat het tenslotte één van de zeven sacramenten is en dat de studie van het Woord van God en de Heilige Schrift weer tot leven moet worden gewekt. Wat zou u tegen hen zeggen?

Hier wordt ik intens verdrietig van omdat ik denk dat hier een gebrek is aan theologaal inzicht en kennis van de Eucharistie. Vader Jérôme van de abdij van Sept-Fons zei terecht dat de Bijbel weliswaar een boodschap van God bevat en dat ze het Woord van God is, maar ze is niet God zelf. De Eucharistie, dat is God zelf. Een ding is om het woord te horen, een ander is om de persoon te ontmoeten. Eén ding is om via de radio te luisteren, een ander is om elkaar persoonlijk te ontmoeten. Kardinaal Journet haalde een heel mooi beeld op in dit verband. Hij zei: “Stel je twee verloofden vóór die telefonisch met elkaar praten…. Het is buitengewoon, de stem is er, de warmte, de tederheid, de emotie zijn er en plotseling zien ze elkaar oog in oog en omhelzen elkaar. Ziet u het verschil tussen een telefoongesprek en een omhelzing of een kus tussen twee geliefden? Welnu, u hebt het verschil begrepen tussen het Woord van God en de Eucharistie.” Het is de ontmoeting van vlees tot vlees, van hart tot hart met een levende God. En zijn Woord is natuurlijk belangrijk omdat het de Eucharistie vorm geeft — “dit is mijn lichaam” — maar het is gericht op de werkelijke tegenwoordigheid. God kon zijn volk na de Hemelvaart niet verlaten, niet in de steek laten, dat was niet mogelijk, zei nog kardinaal Journet, en zo bedacht Hij de Eucharistie, Zijn lichamelijke tegenwoordigheid, als een immense schat.

— U preekt veel over de “kracht van de Eucharistie”. Heeft u het zelf ervaren?

Ik moet zeggen dat ik dit elke dag ervaar; ik weet dat mijn leven voortkomt uit deze eucharistische communie, uit deze aanbidding en ik zie het ook bij de jongeren die we verwelkomen [in de Eucharistein broederschap, gesticht door pater Buttet] en die drugs, alcohol en depressies hebben doorgemaakt. Wat me opvalt, zijn de unanieme getuigenissen van hen die er uit komen: “Het is Jezus in de Eucharistie die mij heeft gered. Ik weet dat deze uren die ik vóór Hem heb doorgebracht, dat deze communie mijn hart in vuur en vlam brachten.” Er is iets van de orde van de liefde dat onuitspreekbaar is. Het is de filosoof Jean-Luc Marion die zegt dat deze relatie niet uitgesproken kan worden, ze wordt beleefd, maar men ziet er de ongelooflijke vruchten van. De Eucharistie staat in het hart van de nieuwe wereld, ze is de nu al verloste schepping, zegt Paus Franciscus ons op bewonderenswaardige wijze. Het is daar dat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde onder ons bestaan en dat de nieuwe mensheid volledig herschapen wordt.

Ik denk dat als de Kerk zou terugkeren naar de Eucharistie, we de profetie van Johannes Paulus II in vervulling zouden zien gaan: alles zal mogelijk zijn als een nieuw eucharistisch tijdperk het hart en het leven van de Kerk worden.

Bron: https ://www.vaticannews.va/fr/eglise/news/2019-11/la-transsubstantiation-dogme-central-de-la-foi-catholique.html. Deze tekst werd uit het Frans vertaald door Régine De Boer.